Google mag Chrome en Android behouden
In dit artikel:
Een federale rechter in Washington heeft geoordeeld dat Google niet verplicht hoeft te worden zijn browser Chrome of het mobiele besturingssysteem Android te verkopen, maar dat het bedrijf wél bepaalde zoekdata met concurrenten moet delen om de concurrentie op de zoekmarkt te versterken. Rechter Amit Mehta, die in 2024 al concludeerde dat Google een illegaal monopolie had op zoekadvertenties, vond ontmanteling te ingrijpend en koos voor beperktere ingrepen: geen exclusieve contracten meer die rivalen uitsluiten en verplichte dataports naar onder meer Bing en DuckDuckGo.
De uitspraak weerspiegelt ook de veranderde marktrealiteit door kunstmatige intelligentie, aldus Mehta, wat meewoog in zijn terughoudende remedie. Beleggers reageerden positief: het aandeel moederbedrijf Alphabet steeg nabeurs ongeveer 7,2 procent; ook Apple won terrein (+3 procent). Analisten wijzen erop dat het delen van data geen onmiddellijke omslag in marktaandeel zal geven — consumentenacceptatie en productaanpassingen kosten tijd.
Google laat weten de uitspraak aan te vechten; het geschil kan jaren voortduren en mogelijk tot aan het Amerikaanse Hooggerechtshof komen. De zaak valt op in een bredere golf van antitrustprocedures tegen grote techbedrijven in de VS: Google zelf heeft nog een aparte zaak over advertentietechnologie die in september in Virginia begint; de FTC probeert overnames van Meta (Instagram, WhatsApp) ongedaan te maken; Amazon wordt aangeklaagd wegens prijsalgoritmes met een proefdatum in 2027; Apple wordt vervolgd vanwege beperkingen voor app‑ontwikkelaars; en de FTC onderzoekt mogelijke oneerlijke licentiemethodes van Microsoft. De nieuwe uitspraak illustreert de zoektocht van rechters en toezichthouders naar remedies die concurrentie herstellen zonder markten rigoureus te fragmenteren.