Van kunstnijverheid tot industrieel design: de rol van marketing in een creatieve wording

donderdag, 16 oktober 2025 (07:01) - Marketingfacts

In dit artikel:

In de 19e eeuw ontstond de eerste impuls voor wat we nu industrieel design noemen in de kunstnijverheid: ambachtelijke, functionele objecten met een esthetische en morele bedoeling, vooral vormgegeven door figuren als William Morris. Zijn kritiek op de grauwe, massaproductieve industrie leidde tot het streven naar schoonheid en ethiek in gebruiksvoorwerpen, maar handgemaakte producten bleven te duur en grotendeels elitair.

De industriële revolutie bracht vervolgens schaal en efficiëntie: fabrieken leverden grote aantallen identieke, betaalbare objecten, maar vaak zonder karakter. De kernvraag werd hoe je massaproductie een ‘ziel’ geeft. Die synthese werd in het begin van de 20e eeuw bij het Bauhaus nagestreefd (1919–1933). Walter Gropius en collega’s probeerden kunst, ambacht en industrie te verbinden, met een voorkeur voor eenvoudige, functionele vormen — ontwerpen die hun functie duidelijk maakten zonder overbodige versiering. Toch stuitte die radicale eenvoud aanvankelijk op conservatieve smaak en marktwrijving.

Marketing bleek de ontbrekende schakel: campagnes en retailcontexten leerden consumenten dat vorm ook identiteit is. Amerikaanse designers zoals Raymond Loewy combineerden gestroomlijnde esthetiek met commerciële aantrekkingskracht, en merken zoals Olivetti en Braun gaven alledaagse producten een stijl- en statuswaarde. Later werd datzelfde principe model voor bedrijven als IKEA (Bauhaus-principes op democratische schaal) en Apple (strak design gekoppeld aan sterke merkverhalen): zonder marketing zijn het meubels en telefoons, met marketing worden het symbolen.

De tekst reflecteert ook op de filosofische vraag of gefabriceerde objecten een ‘ziel’ kunnen hebben. Ambachtslieden zien die ziel in het handwerk, marketeers in het verhaal. Socioloog-filosoof Jean Baudrillard benadrukte dat objecten vaak fungeren als tekens van identiteit — we kopen niet alleen voor gebruik, maar om iets over onszelf uit te drukken.

Historische anekdotes, zoals de gestroomlijnde broodrooster uit de VS van de jaren ’30, illustreren hoe vormgeving moderniteit en vooruitgang kon verkopen, zelfs zonder functionele noodzaak. Voor de toekomst rijzen nieuwe vragen: hoe geef je betekenis in een overvolle markt, kan marketing duurzaamheid bevorderen in plaats van consumptie aan te jagen, en wat gebeurt er als digitale platforms en AI ontwerp en marketing samen overnemen?

Kortom: industrieel design is het resultaat van een driehoeksverhouding tussen ambacht, industrie en marketing — samen maken zij van gebruiksvoorwerpen zowel hulpmiddelen als dragers van verhaal en verlangen.